Conclusie

Gemeente Krimpen aan den IJssel heeft een grondwatermeetnet waarmee het grondwater gemonitord wordt. In deze jaarlijkse rapportage (nummer 21) worden de gemeten grondwaterstanden (september 2023 tot 9 september 2024) getoetst aan het gemeentelijk beleid. Het toetsen van de gemeten grondwaterstanden heeft meerdere doelen: 

• Controle op te hoge of te lage grondwaterstanden in bebouwd gebied.

• Werking van drainage systemen monitoren.

Te hoge grondwaterstanden kunnen mogelijk leiden tot overlast in kelders en kruipruimtes. Bij 5 van de 64 meetpunten zijn grondwaterstanden geconstateerd die structureel te hoog zijn en daarmee niet voldoen aan het gemeentelijk beleid.

Te lage grondwaterstanden kunnen mogelijk leiden tot paalrot, zetting en verdroging van groen. Er zijn geen meetpunten waarbij grondwaterstanden structureel te laag zijn en tevens overlast veroorzaken. 

Sinds 2011 investeert de gemeente Krimpen aan den IJssel in de aanleg van drainage en/of drainage-transportriolen (DT-riolering) wanneer de oude riolering wordt vervangen. Bij elke rapportage wordt gecontroleerd of de trend van stabilisering van de grondwaterstand in gebieden waar drainage is aangelegd blijvend is, in vergelijking met de gebieden waar geen drainage is aangelegd bij rioolvernieuwing.

Uit de grondwaterstandsmetingen blijkt dat in vrijwel alle gebieden waar rioolvervanging is uitgevoerd, de grondwaterstand voor rioolvervanging lager was dan het oppervlaktewaterpeil. Dit duidt erop dat er sprake was van lekke riolering die drainerend werkte. 

In gebieden waar gelijktijdig met rioolvervanging drainage of DT-riolering is aangelegd laten de grondwaterstandsmetingen zien dat de grondwaterstand wel stijgt maar dat de stijging afvlakt op of net boven het oppervlaktewaterpeil en niet verder doorstijgt. Daarmee bereiken we de doelstellingen in het grondwaterzorgplan. Dit toont aan dat het effectief is om gelijktijdig met rioolvervanging drainage of DT-riolering aan te leggen en daarmee de grondwaterstand op een goed niveau te reguleren. Naast het voorkomen van te hoge grondwaterstanden draagt het aanleggen van drainage / DT riolering ook bij aan het voorkomen van het uitzakken van de grondwaterstand in droge periodes. Daarmee is het ook een effectief middel om uitdroging van de bodem in droge zomers die als gevolg van klimaatverandering steeds vaker voorkomen, zoveel mogelijk tegen te gaan. Effecten van droogte zoals bodemdaling, afsterven van groen, ect. worden daarmee beperkt.