Klimaatverandering en neerslagtekort
Volgens de klimaatscenario’s van het KNMI zal klimaatverandering met name leiden tot hogere luchttemperaturen en meer hittegolven met hittestress als potentieel gevaar.
Droogte in stedelijk gebied
Te hoge grondwaterstanden kunnen leiden tot natte kruipruimtes, langs de muren optrekkend vocht en andere ongemakken.
Schade aan funderingen (paalrot)
In het algemeen is bebouwing aangelegd vóór 1945 gefundeerd op staal of op houten palen. Bebouwing aangelegd tussen 1945 en 1979 is gefundeerd op staal of op houten palen met betonnen oplangers met een lengte van 1 meter.
Verslechtering oppervlaktewaterkwaliteit
Droogte kan op drie manieren bijdragen aan een verslechtering van de oppervlakwaterkwaliteit in de stad. Ten eerste kan de maximumtemperatuur van waterlichamen stijgen aangezien het watervolume kleiner is in tijden van droogte.
Verdroging van groen en bomen
Om bomen optimaal te kunnen laten groeien is een gezonde bodem en optimale infiltratie nodig. Echter, in de stad is er vaak maar beperkt plek voor het laten infiltreren van water.
Oververhitting elektriciteitstransport
Oververhitting kan optreden bij elektriciteitstransport. Als ondergrondse hoogspanningskabels boven de grondwaterspiegel komen te liggen kan onvoldoende warmte worden afgegeven. Om oververhitting te voorkomen wordt in dat geval het transport beperkt.
Verstopping drainagebuizen
Als de grondwaterstand zakt tot onder het drainageniveau kan ijzeroxidatie plaatsvinden. Door deze oxidatie van ijzer kunnen drainagebuizen beschadigd of verstopt raken waardoor meer onderhoud nodig is.
Beleid van de gemeente
Droogte kan impact hebben op groen en bomen. Dat is direct zichtbaar door verdorring van bermen, grasvelden en hangende balderen aan de bomen. Droogte kan ook effect hebben op infrastructuur zoals wegen, paden en bebouwing.
Oppervlaktewater
Krimpen aan den IJssel ligt tussen de Lek/Nieuwe Maas en de Hollandsche IJssel. Het effect van de eb- en vloedwerking is op deze locatie in beide rivieren nog goed merkbaar. Dit uit zich per getijde in een verschil in waterstand tot 1 tot 1,5 meter.
Grondwater
De grondwaterstand wordt sterk beïnvloed door het oppervlaktewaterpeil. Hierdoor is indirect ook de grondwaterstand redelijk te sturen. Binnen de gemeente wordt een vast oppervlaktewaterpeil van NAP -2.07 m gehandhaafd.