Schade door inklinkende bodem

Op veel plaatsen in Nederland is bodemdaling gaande, veelal in sterke mate beïnvloed door menselijk handelen. De grootste veranderingen treden op in veen- en kleigebieden waar de bodem de afgelopen 1000 jaar al zo’n 10 meter is gedaald. Dit is veroorzaakt door het droogleggen van polders en het structureel winnen van gas, olie, zout en grondwater. Hierbij komt nog het permanent of tijdelijk verlagen van de grondwaterstand bij bouwprojecten of grote infrastructurele en waterbouwkundige werkzaamheden.  

Daarnaast is de bodem in Nederland ook onderhevig aan tektonische bewegingen. Nederland ligt op de rand van een dalingsgebied: het Noordzeebekken. Ten gevolge daarvan dalen West- en Noord-Nederland, zijn Zuid- en Oost-Nederland min of meer stabiel en komen Zuid-Limburg, de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel juist omhoog. In Krimpen aan den IJssel speelt deze bodemverandering dus nauwelijks een rol (Bron: geo2010-06.indd (geografie.nl)

In het geval de bodem onregelmatig daalt spreekt men van verschilzetting. Daling van het maaiveld in combinatie met verschilzetting kan grote problemen veroorzaken bij gebouwen en infrastructuur en bijvoorbeeld leiden tot scheuren in muren, aantasting van de funderingen en tot het volledig verzakken van gebouwen.