Conclusie

Door het veranderende klimaat is de kans op extreem droge periodes steeds groter. Deze droge periodes brengen ook voor stedelijk gebied risico's met zich mee, waaronder:

  • Schade aan funderingen

  • Schade door inklinkende bodem

  • Verslechtering oppervlaktewaterkwaliteit

  • Verdroging groen en bomen

  • Oververhitting elektriciteitstransport

  • Verstopping drainagebuizen

Het grondwater in gemeente Krimpen aan den IJssel wordt sterk beïnvloed door het omliggende oppervlaktewater. Het blijkt dat het oppervlaktewaterpeil rondom Krimpen aan den IJssel niet is gedaald tijdens de afgelopen droge periodes. Hierdoor is het oppervlaktewater in de gemeente goed te reguleren. Dit werkt door in het grondwater. De aanleg van drainagesystemen versterkt dit effect. 

Het blijkt dat de grondwaterstand, over het algemeen, de afgelopen droge jaren zelfs minder ver uitzakt dan de jaren daarvoor. Dit komt mede door de aanleg van de drainagesystemen.

Meerder peilbuizen geven aan dat de GLG vanaf 01-01-2018 verder uitzakt dan in de periode daarvoor. In de periode van 01-01-2018 tot nu is zijn er op meerdere plaatsen werkzaamheden uitgevoerd waarbij de riolering is vervangen en drainagesystemen zijn aangelegd. De werking van deze systemen is meteen terug te zien in de grondwaterstand. Dit geldt voor de peilbuizen 27, 24 en 35.

Bij peilbuizen 11A, 16 en 30A is te zien dat de GLG na 01-01-2018 verder uitzakt dan in de periode daarvoor. De GLG bevindt zich op deze locaties nog echter zeer dicht op maaiveld. De verwachting is dat er geen schade zal ontstaan na aanleiding van het verder uitzakken van de GLG op deze locaties.

Ten westen van hockeyclub HC Krimpenerwaard ligt peilbuis 05. Op deze locaties zakt de GLG ook verder uit na 01-01-2018. Recent is aan de Lekdijk, ten westen van de peilbuis, de riolering vervangen, waarbij een drainagesysteem is aangelegd. Dit is nog niet terug te zien in de grondwaterstand. De GLG zakt nog niet zover uit dat er schade wordt verwacht. Het is echter wel wenselijk deze locaties goed te blijven monitoren

Funderingen van huizen kunnen gevoelig zijn voor lage grondwaterstanden. Bij te lage grondwaterstanden kan zogenaamde paalrot optreden. Dit kan met name plaatsvinden bij funderingen van huizen die gebouwd zijn voor 1979, aangezien deze funderingen vaak zijn gemaakt van hout of staal. Vooral in Oud-Krimpen, langs de Lekdijk en langs de IJsseldijk stamt de bebouwing uit de periode van vóór 1945. Verspreid over vrijwel het gehele bebouwde gebied van de gemeente komt verder bebouwing voor aangelegd tussen 1945 en 1979. Risico op paalrot aan funderingen treedt op als de grondwaterstand lager komt dan het betonnen deel van de fundering. Deze ligt gemiddeld op 1,5 meter beneden maaiveld. 

Er zijn in totaal tien peilbuizen waarbij de grondwaterstand lager is geweest dan 1,5 meter beneden maaiveld. Vier van deze meetpunten zijn gelegen op de twee begraafplaatsen, het gaat om peilbuizen 40 t/m 43. Hier zijn geen funderingen aanwezig en is dus geen risico op paalrot.

Vijf peilbuizen waarbij de grondwaterstand verder uitzakt dan 1,5 meter beneden maaiveld staan in de Noorderstraat. Het gaat om peilbuis 56, 57, 58, 60 en 62. Peilbuizen 60 en 62 staan in de middenberm en hebben direct naastgelegen peilbuizen liggen aan de bebouwing waarbij de grondwaterstand niet verder uitzakt dan 1,5 meter beneden maaiveld. Panden aan de Noorderstraat zijn voor het grootste deel gebouwd voor 1979. Aan de zuidwest kant van de Noorderstraat, in peilbuis 56, 57 en 58, zakt de grondwaterstand verder uit dan 1,5 meter beneden maaiveld. Dit gebeurde in 2021 ook, van de periode daarvoor zijn er geen metingen beschikbaar. Bebouwing aan de Noorderstraat lopen dus risico op paalrot, met name aan de westkant van de N210. Momenteel is er een reconstructie van de Noorderstraat in voorbereiding of uitvoering. Hierbij wordt ook drainagesysteem aangelegd. Het advies is om in de toekomst de grondwaterstanden in de Noorderstraat goed te blijven monitoren.

Aan de Lekdijk staat tevens een peilbuis(PB50) waarbij de grondwaterstand verder uitzakt dan 1,5 meter beneden maaiveld. Deze peilbuis staat echter op de dijk en is niet representatief voor de omliggende bebouwing. Aan de hand van deze peilbuis kan dus niet worden bepaald of de omliggende bebouwing risico loopt op paalrot.

Verder is bodemdaling een probleem dat speelt in Zuid-Holland en dus ook bij de gemeente Krimpen aan den IJssel. De gemiddelde verzakkingssnelheid in de gemeente bedraagt circa 2,6 mm/jaar. Hierbij kan inklinking de verzakkingssnelheid nog verhogen. Inklinking vindt vooral plaats bij structurele verlaging van grondwaterstanden, het (tijdelijk) pompen van grondwater, het verlagen van grondwaterstanden door drainage en structurele verdroging. 

Omdat de grondwaterstand in extreem droge periodes niet verder uitzakt dan in een gemiddelde periode is er weinig risico op verslechtering van oppervlaktewaterkwaliteit, verdroging van groen en bomen, oververhitting van elektriciteitstransport en verstopte drainagebuizen.